Het wordt nu serieus werken om het landschap natuur, water en klimaat aan te pakken en te verbeteren. De minister van Landbouw wil samen met de minister van Infrastructuur en Waterstaat deze drie opgaven geintegreerd in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) realiseren. Onder aanvoering van het Ministerie van LNV en het Interprovinciaal Overleg (IPO) wordt samengewerkt aan een regieorganisatie Realisatie Transitie Landelijk Gebied voor de uitvoering van het plan. Deze organisatie heeft als missie Rijk, provincies en andere overheden in staat te stellen om te komen tot een succesvolle en slagvaardige uitvoering van de transitie van het landelijke gebied volgens de in het NPLG opgenomen doelen. Op een heleboel plaatsen schrijven de ministers dat in de gebiedsaanpak andere oplossingen kunnen worden gegeven zolang het doel niet verandert.
Traktoren snel weg
Deze week zijn boeren met de traktoren de snelweg op gegaan. Maar als je ze horen vertellen op de radio blijkt dat ze de plannen niet hebben gelezen: het gaat over meer dan sikstof. Op een conferentie van Natuurmonumenten in Amersfoort heeft Mark Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat, een open en duidelijk verhaal geleverd waarin hij voor 2027 de afgesproken EU-normen voor water gerealiseerd moet hebben. Deze EU-normen zijn door Nederland in 2000 ondertekend en vervolgens niet nagekomen. De komende jaren zal Harbers dit soort acties moeten tegengaan. Bovendien heeft hij het NPLG medeondertekend. Voor hem gaat het niet alleen over water, zoals het voor Christianne van der Wal (minister voor Natuur en Stikstof) niet alleen gaat om stikstof. Het gaat hem en haar over het geheel. Dat is een breder maar ook moeilijker opgave. Het gaat over “Een vitaal landelijk gebied, met een gezonde natuur, een robuust watersysteem, lage impact op het klimaat en met perspectief voor de landbouw.” En dat willen de ministers doen met alle partijen: naast het Rijk en de 12 provincies waterschappen, gemeenten en de maatschappelijke partners.
Eemland is een gebied
Het bovenstaande betekent werk aan de winkel voor veel belangenorganisaties in alle gebieden. Onder gebieden versta ik dat Eemland zo’n gebied is: ongeveer 90 boeren (Collectief Eemland), veel geintersseerde burgers individueel en in belangenorganisaties (Natuurmonumenten, Eemland300), gemeenten en het waterschap. Verder is er veel geld beschikbaar om aan de slag te gaan.
Tot nu zijn de boeren van Collectief Eemland succesvol: het werken aan de plasdrasplekken om de weidevogels in grote getale te lokken om te gaan broeden. Een groot aantal boeren zijn boos over de kaart met strenge doelen. Als zij het plan hadden doorgelezen, konden zij zien dat de provincies kunnen afwijken van de uitvoering van de doelen.
Als boeren in hun gebied een betere oplossing weten, dan kan dat. Dat onderzoek dat daarvoor nodig is, moet wel onafhankelijk zijn zoals dat van het RIVM. Volgens de NRC is veel onderzoek over stikstof gedaan door grote industrien zoals De Heus, Agrifirm en ForFarmers (https://www.nrc.nl/nieuws/2022/06/22/veevoeders-lobbyen-tegen-het-stikstofbeleid-en-steunen-de-boeren-a4134225). Deze bedrijven hebben ook de protesten gefinancierd: dat is geen onafhankelijkheid. Dat zullen de partijen voor de gebiedsaanpak niet accepteren.
Droom van Eemland300
Als vereniging Eemland300 zouden wij willen dat minstens 30 boeren kleinschalig gaan boeren: dat wil zeggen producten in Eemland produceren en rechtstreeks aan de inwoners van Eemland en omstreken leveren. Veel bedrijven aan de rand van Eemland (Hoogland West en de rand van Soest) doen dit al. Ook gebeurt dat ten oosten van Amersfoort en richting Barneveld. Met de provincie, alle betrokken mensen en orgranisaties kunnen we in de komende jaren deze omwenteling realiseren.